(Na)zorg kinderen

Opvanggesprek met kinderen

Bijvoorbeeld: een kind komt overstuur naar je toe want hij/zij/hun is gepest over zwarte piet.

 

Wees een “rustige spiegel” en neem onderstaande steeds in overweging in je reactie.

 

Afhankelijk van de leeftijd van het kind

  • 4-6 jaar: een kleuter krijgt steeds meer een besef van een eigen ik. Dat zorgt voor meer bewustzijn van de eigen kwetsbaarheid, wat wel eens angstgevoelens kan opleveren. Ook leert een kleuter zijn eigen emoties en die van anderen kennen, zeker door de groep. Het kind leert vooral door het voorbeeld wat hij van anderen krijgt. Dus geef concrete woorden en uitleg over zijn/haar/hun emoties, het gedrag van de ander en wat jij nu gaat doen.
  • 7-10 jaar: deze leeftijdscategorie is erg bezig met zichzelf in relatie tot anderen. Zij zijn heel erg bezig met thema’s van eerlijkheid en gerechtigheid. Dit is in de basis ook waar racisme over gaat, het is niet eerlijk en onrechtvaardig. Ze kunnen steeds beter reflecteren op zichzelf en wat hun mogelijkheden, beperkingen, (uiterlijke) kenmerken, wensen, gevoelens en eigenschappen zijn. Een gesprek voeren over racisme en verbanden leggen met hun dagelijks leven en hun positie in de maatschappij begint mogelijk te worden.
  • 11 jaar en ouder: het vergelijken met anderen om een steeds sterkere eigen identiteit te ontwikkelen gaat in deze leeftijdsfase door. Ze zijn hierin wel kritischer want ze kijken ook hoe ze niet willen zijn. (Pre)pubers willen serieus genomen worden en als volwassene behandeld worden. Het is wel belangrijk om de woordkeuze zo simpel mogelijk te maken. Zo maak je het gemakkelijker voor hun om wat je vertelt te begrijpen. De meeste pubers klappen dicht als je samen aan een tafel gaat zitten om een gesprek te voeren. Je kunt het beter in een semi-afleiding voorzien zoals bijvoorbeeld samen wandelen tijdens het gesprek.

 

Afhankelijk van de emotie van het kind

  • als het kind heel hevige emoties vertoont, focus je best eerst op de basisbehoeften zoals veiligheid, ademhaling, emoties ventileren,… Zie vooral dat je “er bent” en dat het veilig is voor het kind.
  • als het kind milde emoties vertoont, kan je starten met “praten” op het leeftijdsniveau van het kind. Let wel, niet iedereen praat gemakkelijk, dus het gesprek in kleine stukjes of spelenderwijs doen of verspreiden over verschillende gesprekken kan helpen.

 

Afhankelijk van je eigen emotie als volwassene

  • als je als volwassene zelf hevige emoties hebt, of het gebeuren triggert eigen kwetsuren, dan zorg je best dat het kind opgevangen wordt door iemand anders. Je kan wel even kort aan het kind zeggen dat “pesten” je erg verdrietig of boos maakt en dat het goed is dat ze dit aan je komen vertellen. Anders loopt je het gevaar dat het kind zichzelf de schuld geeft over jouw verdriet of boosheid. Je haalt er vervolgens iemand anders bij waar het kind zich veilig bij voelt. Jij kan dan de tijd nemen om zelf tot rust te komen.

 

Afhankelijk van de weerbaarheid van het kind

  • Weerbaarheid = focus op hoe iemand reageert in een situatie

 

ALTIJD een rustige spiegel te zijn voor het kind door:

  • het kind te laten ventileren, vertellen, tekenen, schrijven,… over gedrag, gevoelens en behoeften.
  • het kind helpen woorden te vinden.
  • het kind de erkenning te geven dat dit inderdaad pesten is.
  • het kind te vragen wat ze zelf willen, vrezen, hopen,… .
  • het kind te vragen hoe ze gereageerd hebben.
  • het kind te zeggen dat hun reactie normaal is (later kan je samen naar eventueel betere strategieën gaan kijken).
  • het kind te vragen of er iemand “bondgenoot” was.
  • het kind te vertellen wat je er verder mee gaat doen.
  • het kind te zeggen dat ze het best ook thuis vertellen of dat jij hen daarmee kan helpen.
  • het kind te zeggen dat je er de dag erna terug naar zal vragen, hoe het dan is.
  • het kind rust te laten vinden.

 

ALTIJD een bondgenoot te zijn:

  • door je verder in te lezen in stereotypes en de kwetsuren voor slachtoffers van racisme (zie stereotypen).
  • door je verder in te lezen in racisme in al zijn vormen.
  • door kritisch te kijken naar het Sinterklaasfeest en dit inclusief te maken (zie scholen).
  • door mee een antiracisme beleid uit te werken.

 

Racisme uitleggen aan kinderen?

 

“Mensen die iemand oneerlijk of onaardig behandelen op basis van waar die persoon vandaan komt en hoe die eruit ziet. Dat heet racisme.’ 

 

(bron: Jillian Emanuels – De Instant Pedagoog Antiracistisch opvoeden / Instagram)